Zaki: “Het bezoeken van een graf van een heilige is een ritueel bij de sjiieten binnen het islamitische geloof. Vooral vrouwen hechten aan dit ritueel, omdat het werkt als een soort therapie. Je spreekt in gedachte je wens uit, schrijft het op een wit papier, vouwt het op en gooit het door de openingen van het gouden raster naar het graf. Of je deelt je geheimen al fluisterend met de heilige, waarbij je hem ook kunt vragen om genezing”.
Als kind zag Zaki zijn moeder iedere week weer een wit papier uit haar tas halen. Zachtjes prevelde zij iets tegen het onbeschreven papier, vouwde het op en stopte het door het raster heen zodat het op het graf belandde. Zaki: “Ik was klein, ik klom tegen de zijkant van het graf en keek via de openingen van het gouden raster naar binnen. Naast veel witte papiertjes lag er ook geld en lagen er groene reepjes stof. Het was zo mysterieus en het maakte me intens nieuwsgierig naar de verhalen”.
Wat hield zijn moeder bezig? Wat zou ze daar gepreveld hebben? Zou zij ziek zijn? Zou zij verliefd zijn? Is zij boos, of verdrietig? Wat zijn haar geheimen? Is haar wens vervuld, heeft zij antwoorden op haar vragen gekregen of verstenen en verstommen alle papiertjes daarbinnen? Zaki: “Weet Imam Musa wie mijn moeder is? Herkent hij haar elke week tussen al die vrouwen die om hem heen staan te prevelen?”