Haarlem Amsterdam

Fotoalbum C.J. van Persijn

Dit Fotoalbum met titel Fotoalbum C.J. van Persijn met 72 visitekaartportretten en drie foto’s van het Gesticht Meerenberg werd ter gelegenheid van ‘zijne 25 jarige Ambtsvervulling als geneesheer aan het Gesticht Meerenberg’ op 1 april 1877 aan geneesheer Van Persijn aangeboden.

Naast Persijn bestond de medische staf in Meerenberg uit drie geneesheren: daarnaast een predikant, een kapelaan, een hoofd technische dienst, een boekhouder, een secretaris van de commissie van toezicht en een huismeester.

Taken personeelsleden

De belangrijkste taak van de huismeester was het voeren van de huishouding, de inkoopadministratie en de gerechtelijke administratie. Daarnaast waakten zij over de handhaving van de huiselijke orde en over het (zedelijke) gedrag van 140 personeelsleden. Het toezicht op de lijders en bedienden was in handen van de opzichters. Gemiddeld werkten er ongeveer tien bedienden per afdeling, maar in de vijfde klasse, waarin de meeste patiënten waren opgenomen, waren 53 bedienden in dienst.

Trouwverbod

Het tekort aan geschikte bedienden was groot en over de bedienden die men had was men niet altijd even goed te spreken. Persijn haalde de bezem door het personeelsbestand en hoopte, door verhoging van het salaris en betere voeding, gegadigden van betere komaf aan te trekken. Een groot probleem was het trouwverbod dat voor vrijwel alle personeelsleden gold. Voor de hogere functies waren daardoor bij pensionering of ontslag nauwelijks vervangende kandidaten te vinden.

Meerenberg had ten slotte een breed scala van personeelsleden in dienst: een apotheker, een onderwijzer, nachtwakers, barbiers, blekers, kleermakers, portiers, een bode, een magazijnknecht, een ‘vleeschsnijder’, een apothekersbediende, stukadoors, metselaars, schoenmakers, keukenmeiden, werkmeiden, kosters en timmerlieden.

Opening deuren gesticht

In 1849 opende het Provinciaal Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen Meerenberg nabij Haarlem zijn deuren. Meerenberg was het eerste krankzinnigengesticht in Nederland dat als zodanig was ontworpen. Ver weg van de stad, in de vrije natuur, zouden geesteszieken humaan worden behandeld, met een minimum aan dwang en een maximum aan rust. Het kreeg al gauw in heel Europa erkenning als modelinrichting.

In 1874 werd de tweede geneesheer van Meerenberg, C.J. van Persijn, benoemd tot opvolger van geneesheer-directeur B.H. Everts. Het gesticht Meerenberg telde toen ongeveer 360 mannelijke en 400 vrouwelijke patiënten en was qua personeelsbestand het grootste gesticht van Nederland.

Bron: Kerkhoven, Annemarie. Beeld van de psychiatrie. 1800-1970. Historisch bezit van de psychiatrische ziekenhuizen in Nederland. (Zwolle, 1996). P.67