“Ik ben 43, kom uit Leiden, heb twee zussen. Ik ben de oudste. Ik ben gedoopt in de oecumenische kerk, maar in het katholieke doopregister ingeschreven. Vanwege mijn oma.
Ik was een verwarde puber.
Ik had een relatie met een persoon die Liedeke heette, maar die zich een man voelde.
Ze was een jaar jonger. In de ogen van de andere leerlingen was het een homoseksuele relatie. Nee, ik ben biseksueel.
Ik ben al vijftien jaar heel gelukkig met mijn vriend. Ik zeg altijd dat ik op mensen val.
Mijn vriend is een dichter, hij is sportief, hij kan goed over zijn gevoel praten. Hij is goed in helpen met kleding uitzoeken. En zeer intelligent. Hij is ingenieur in chemische technologie.
Ik studeerde aanvankelijk natuurwetenschappen en bedrijf & bestuur in Utrecht, daarna ben ik Sociaal Pedagogische Hulpverlening gaan studeren waar ik me veel meer op mijn plaats voelde en wat bijdraagt aan de missie in mijn leven. Een doel hebben, daar word ik gelukkig van.
Ik kan veel, maar zonder druk.
Contact met mijn ouders is moeizaam. Voor een deel is dat moeilijk te omschrijven.
Mijn vader is een heel intelligente man maar hij kan niet zich niet zo goed inleven in niet-kunnen. Hij denkt, wat je wil dat kan je. Hij wil niet accepteren dat ik sommige dingen niet kan doen.
Voor een deel zit het ook in mij. Omdat ik het moeilijk vind mijn ouders teleur te stellen. Heb ik het ook weleens met mijn zusje over gehad. Bijvoorbeeld dat je de rok die je moeder voor je heeft klaargelegd niet mooi vindt. Behalve dat ik het moeilijk vind haar teleur te stellen gaat het gewoon op dit moment niet zo goed met mijn moeder.
De liefde, maakt die je gelukkig? Ja.
Liedeke was de liefde van mijn jeugd, Marc is de liefde van mijn volwassen leven.
Ik denk dat ik de rest van mijn leven bij Marc blijf. De ander hoeft niet perfect te zijn, de perfecte partner krijg je nooit. En dat wil je ook niet!
De relatie met Liedeke duurde tot haar zelfdoding. Ze zei: ik word toch nooit helemaal een echte man, ik wil op het hoogtepunt eruit stappen.
Ze was 17, ik ook.
Ik weet niet hoelang ik heb gerouwd, ik rouw misschien nog steeds af en toe.”
