We waren met 300 man
“Ik kom uit een groot gezin, vijf jongens, vijf meisjes, ik ben de derde van beneden.
Vijf jaar geleden begonnen met muziek maken. Ik kreeg lovende reacties. Het is echt mijn passie, ik geef woorden aan wat ik meemaak. Ik heb een waardige boodschap, waarmee ik mensen tot nadenken aanzet.
Mijn eerste publiek waren mijn broers en zussen. Ik deed typetjes en ik wist de aandacht vast te houden van mijn oudere broers en zussen.
Als ik te veel met anderen bezig ben, dat is een valkuil, dan kookt het pannetje bij mij over. Wat gebeurt er dan? Dan zorg ik minder goed voor mezelf.
Ik was erg druk, ze vonden het erg leuk maar ook moeilijk, mijn ouders. Ik kon presteren, daarmee compenseerde ik het. Mijn ouders komen uit het noorden van Marokko.
Mijn broers en zussen hadden heel veel moeite met mijn gedrag toen het minder goed met me ging. Er kwam afstand tussen mij en mijn familie, ze konden het niet meer aan.
6 februari 2008, de eerste echte crisis. We waren met driehonderd man op wintersport gegaan. Zes bussen. Naar Frankrijk. Ik ging teksten rappen die ik leuk vond. Daar gebeurde het, ik kon van lachen naar huilen gaan op hetzelfde moment. En dat snapten die mensen niet, van de wintersport, want ze kenden mij niet.
Tweede dag, eind van de middag. Het was al schemerig, iedereen was al beneden. Ik zat alleen op een piste, ging langzaam de berg af. Ik voelde verbondenheid met de wereld, de natuur. Er ging heel veel door me heen. Iemand stond aan het roer. Er waren heel veel gedachtegangen over de schepping.
Ik heb altijd hoog gevoetbald. Elinkwijk. Altijd voorin. Veel gescoord, aan de lopende band scoorde ik. Ik sliep nog net niet met een bal in mijn bed.
Er is geen blijvend geluk. Je maakt geluk. Ik maak geluk.”