Perfectionisme
“All over the place heb ik gewoond. Ik ben 54. Ik ben geboren in Maastricht. Vanwege de nieuwe partner van mijn moeder ben ik in BelgiĆ« terechtgekomen. Antwerpen als puber was wel fijn, maar het schoolsysteem in BelgiĆ« is erg ouderwets. In Nederland sprak je leraren met hun voornaam aan, in BelgiĆ« moest je alles laten aftekenen. Op mijn zeventiende kwam ik weer terug naar NL.
Mijn vader had een eigen bedrijf. Zijn broer ging jong dood, toen trouwde hij met de weduwe van zijn broer, ze kregen samen nog een zoon, mijn broer.
Ik heb een tweeling, 28, jongen en meisje.
Loslaten is het allermoeilijkste; leven, opvoeden, niets is zo moeilijk als loslaten.
Mijn jongen heeft een hartritmestoornis, hij moest worden geopereerd. Op een gegeven moment vroegen ze aan hem: āWil je gereanimeerd worden?ā Waarop ik zei, terwijl mijn zoon meerderjarig en wilsbekwaam is: āJa, en goed ook.ā
We zijn dertig jaar getrouwd. Je moet niet alles samen doen, je moet niet op elkaar willen lijken.
Ik heb mijn kinderen met mijn eigen perfectionisme opgezadeld maar zelf geven ze me alleen maar complimenten.
Patiƫnten moet je ook loslaten, dat gaat iets makkelijker. Maar loslaten is moeilijk als het moet omdat het van het systeem moet en je voelt dat het voor hen nog helemaal niet het juiste moment is.
Ik ben geen familiemens, wel een gezinsmens. We hebben drie honden. Wegwerphonden, beschadigde honden.
Het komt wel goed, dat heb ik geleerd van mijn kinderen.”