Haarlem Amsterdam

Mevrouw H. Vergers – Glastra (98)

Ter gelegenheid van het 700-jarig jubileum van het Dolhuys, waar Museum van de Geest | Haarlem gevestigd is, verzamelden we verhalen van voormalige bewoners en medewerkers in de online tentoonstelling Leven in het Dolhuys. Mevrouw H. Vergers – Glastra (98) woonde van 1925 tot 1937 in het voormalige woonhuis.

“Ik ben hier als 4-jarig meisje komen wonen, mijn vader was er vanaf 1925 tot begin jaren ’40 directeur. Het was toen het Stads- Armen en Ziekenhuis, vanaf 1927 uitgebreid met het Haarlemse Kindertehuis en nog weer later omgebouwd tot het Tehuis voor Ouden van Dagen. Wij woonden in het woonhuis, de ruimte waar in het museum de receptie kwam. Er was een mannen-, vrouwen en kinderafdeling, maar ik mocht als klein meisje niet naar de andere kinderen toe. Alleen als ik jarig was én op Moederdag; dan ging ik met een Verkade-trommel langs alle bewoners om te trakteren. Touwtje springen op straat was er niet bij, ik groeide op binnen de poorten van het Dolhuys, fietsen leerde ik op het Dodenlaantje.

Mijn vader was in die tijd zeer vooruitstrevend. Een sociaal betrokken, bewogen man. Hij wilde een beter leven voor de bewoners. Daar heeft hij hard voor gevochten. Op allerlei manieren probeerde hij sponsoren te zoeken om aan extra geld te komen zodat hij leuke activiteiten kon organiseren. En dat lukte hem. De kinderen maakten uitstapjes, er werd Sinterklaas en Kerst gevierd, er waren diverse feestjes en concerten. Ook wilde hij dat er gezonder werd gekookt. Op woensdag aten we bruine bonen, vrijdag vis en zaterdag erwtensoep.

Achter onze eetkamer was de Kastenkamer waar de gestichtskleding hing. Het toenmalige Armenbestuur had bewoners daartoe verplicht. Zo was voor de buitenwereld goed zichtbaar dat deze mensen ‘aan lager wal waren geraakt’. De mannen in het zwart met een petje op, de vrouwen met witte mutsjes en een schortje voor. Mijn vader wilde die gestichtskleding afschaffen en dat is, ondanks tegenwerking van het toenmalige Armenbestuur, toch gelukt. Ik kijk terug op een beschermde jeugd waarin ik veel heb geleerd van mijn sociaal bewogen vader.”

Ter gelegenheid van het 700-jarig jubileum van het Dolhuys, waar Museum van de Geest | Haarlem gevestigd is, verzamelden we verhalen van voormalige bewoners en medewerkers in de online tentoonstelling Leven in het Dolhuys. Mevrouw H. Vergers – Glastra (98) woonde van 1925 tot 1937 in het voormalige woonhuis.

“Ik ben hier als 4-jarig meisje komen wonen, mijn vader was er vanaf 1925 tot begin jaren ’40 directeur. Het was toen het Stads- Armen en Ziekenhuis, vanaf 1927 uitgebreid met het Haarlemse Kindertehuis en nog weer later omgebouwd tot het Tehuis voor Ouden van Dagen. Wij woonden in het woonhuis, de ruimte waar in het museum de receptie kwam. Er was een mannen-, vrouwen en kinderafdeling, maar ik mocht als klein meisje niet naar de andere kinderen toe. Alleen als ik jarig was én op Moederdag; dan ging ik met een Verkade-trommel langs alle bewoners om te trakteren. Touwtje springen op straat was er niet bij, ik groeide op binnen de poorten van het Dolhuys, fietsen leerde ik op het Dodenlaantje.

Mijn vader was in die tijd zeer vooruitstrevend. Een sociaal betrokken, bewogen man. Hij wilde een beter leven voor de bewoners. Daar heeft hij hard voor gevochten. Op allerlei manieren probeerde hij sponsoren te zoeken om aan extra geld te komen zodat hij leuke activiteiten kon organiseren. En dat lukte hem. De kinderen maakten uitstapjes, er werd Sinterklaas en Kerst gevierd, er waren diverse feestjes en concerten. Ook wilde hij dat er gezonder werd gekookt. Op woensdag aten we bruine bonen, vrijdag vis en zaterdag erwtensoep.

Achter onze eetkamer was de Kastenkamer waar de gestichtskleding hing. Het toenmalige Armenbestuur had bewoners daartoe verplicht. Zo was voor de buitenwereld goed zichtbaar dat deze mensen ‘aan lager wal waren geraakt’. De mannen in het zwart met een petje op, de vrouwen met witte mutsjes en een schortje voor. Mijn vader wilde die gestichtskleding afschaffen en dat is, ondanks tegenwerking van het toenmalige Armenbestuur, toch gelukt. Ik kijk terug op een beschermde jeugd waarin ik veel heb geleerd van mijn sociaal bewogen vader.”

Cookies
We gebruiken cookies op onze website, lees meer over ons cookie en privacy beleid.