Haarlem Amsterdam

Marianne van Vliet-de Graaff (74)

Ter gelegenheid van het 700-jarig jubileum van het Dolhuys, waar Museum van de Geest | Haarlem gevestigd is, verzamelden we verhalen van voormalige bewoners en medewerkers in de online tentoonstelling Leven in het Dolhuys. Marianne van Vliet-de Graaff (74) was van 1988 tot 1998 consulterend kinder- en jeugdpsychiater bij het voormalige crisiscentrum.

“Ik werkte als kinder- en jeugdpsychiater bij de Riagg Zuid Kennemerland. Als er in het crisiscentrum mensen kwamen waarbij een vermoeden was van een psychiatrische stoornis, werd ik als consulterend psychiater opgeroepen. Bij nacht en ontij reed ik hiernaartoe en beoordeelde of er een behandeling nodig was. Maar lang niet alle cliënten die hier werden opgenomen, hadden een psychiatrische achtergrond. Het crisiscentrum had vooral een sociaal-maatschappelijke functie: ook vrouwen die slachtoffer waren van huiselijk geweld, dak- en thuislozen, zochten hier een veilig heenkomen. Bij ongeveer twintig procent van de gevallen was er sprake van een psychische stoornis en dan kwamen wij in actie.

In die jaren was het beleid om zo min mogelijk cliënten op te nemen in psychiatrische instellingen. Het crisiscentrum was dus een heel belangrijk vangnet voor mensen die even de weg kwijt waren en tijdelijk hulp nodig hadden. Ook was het de tijd van ‘demedicalisering’: minder pillen, meer psychosociale opvang. De maatschappij was van grote invloed op het ontstaan van psychische stoornissen, zo was toen de heersende opvatting. Het denken over psychiatrie is voortdurend in beweging. Inmiddels weten we ook dat een diagnose lang niet alles zegt. Een behandelaar moet altijd heel goed naar de mens en zijn omgeving kijken. Iedereen kan zich ontwikkelen waardoor psychische problemen verminderen of zelfs helemaal verdwijnen.

Ik hield van het werk in het crisiscentrum. Het onverwachte en onvoorspelbare van een crisis: goed kijken hoe ik de cliënt, zijn omgeving en de hulpverlener samen kon brengen, zonder dat ik eindeloos vastgelegde protocollen hoefde te volgen en uit te voeren. Die acute zorg sprak mij enorm aan. Meestal kwam ik hier ’s nachts, maar ik ben nooit bang geweest. Er werkte hier een hecht team, met veel vrijwilligers, een echte ‘holding’. Doodzonde vond ik het dan ook dat het crisiscentrum in 1998 wegens bezuinigingen moest worden gesloten. Deze plek voelde als een verrijking, iedereen kon hier terecht.”

Cookies
We gebruiken cookies op onze website, lees meer over ons cookie en privacy beleid.