Maasbrug
Zagreb is een centraal werk binnen de balpentekeningen, in de zin dat vrijwel alle motieven en technieken uit dat corpus erin aanwijsbaar zijn, waarbij enerzijds kopieën van vroeger werk worden uitgebreid en anderzijds een aantal latere werken hier zijn oorsprong lijkt te hebben. De strook met het orkest van Coburg leidde in bewerkte vorm tot een zelfstandig werk van veertig centimeter hoog en meer dan twee meter breed, met nieuwe randen en een kleine uitbreiding van het publiek. Veel sterker is de uitgewerkte tekening van het stationsplein in Arnhem, die in zijn nieuwe vorm zowel evenwichtiger als aanmerkelijk expressiever is. Iets dergelijks lijkt Van Genk ook te hebben ondernomen met de tekening van de stoomlocomotief. Dick Walda, in een passage die hij dateert op 1 april 1996:
De zuster offreert me een kopje thee met een Arnhems meisje en ik ben zo vrijpostig om een grote rol papier die er ligt open te vouwen en zie een schitterende tekening die Van Genk maakte. Het is zijn meest recente werk, waarover hij me in de auto heeft verteld: ‘Laatste stoomtrein over de Maasbrug’.
Ik zie een trein, vanuit het perspectief van de kunstenaar, die op de Maas lijkt te varen. Met de bekende prachtige letters die hij maakt, lees ik: ‘Vaarwel Maasbrug’. En in een hoek: ‘Knopen aanzetten zonder draad en naald. Handig’. En helemaal schuin onderaan – als het ware zijn signatuur – ‘Vaticaan = Terreur’.
Uit: Dick Walda, Koning der stations. Episoden uit het leven van Willem van Genk, Amsterdam 1997, blz. 143.
Van de geciteerde teksten is op de versie in Zagreb alleen Vaarwel Maasbrug terug te vinden. Ook gezien de typering van de afbeelding lijkt Walda hier een werk te beschrijven dat niet meer bestaat of waarvan de verblijfplaats niet meer te achterhalen is, maar dat mogelijk op vergelijkbare manier is ontstaan als Stationsplein Arnhem.