Inval-logopediste
“Op mijn zestiende ging ik Spinoza lezen, de Ethica. Daarom werd ik van de catechisatie geschopt.
Ik ben geboren in Groningen, heb twee zussen, een broer. Ik ben de oudste.
Mijn ouders verhuisden om de haverklap, maar altijd binnen Nederland.
Ik hield van de systematiek van Spinoza, de verhouding tot de kosmos. In tegenstelling tot de dominee, die van gezwollen praatjes hield.
Ik had een terrarium met reptielen op mijn zolderkamer, mijn moeder was daar bang voor.
Mijn vader is later kinderpsychiater geworden. Ik wilde wel en niet worden zoals hij.
Zijn interesse en begaanheid met mensen die het moeilijk hadden was groot, maar hoe hij zich thuis gedroeg dat contrasteerde behoorlijk met wat hij op zijn werk liet zien.
Ik heb drie kinderen, allen volwassen. Ze vragen bijvoorbeeld weleens: āBen je blij, papa?ā
Ik heb hard gewerkt, was weinig thuis. Mijn ex werd ziek in het kraambed na een keizersnede. Daar is ze nooit helemaal van hersteld. Vooral late gevolgen zoals onzekerheid en somberheid. We leerden elkaar kennen in mijn ziekenhuis, daar werkte ze als invalkracht. Ze viel op me vanwege mijn schoenen, zei ze altijd. Zij is recent overleden.
Het leed is van alle mensen.
Ik ben nu elf jaar met mijn nieuwe vrouw, waarvan vijf jaar getrouwd.
Vriendschap is het belangrijkste in het leven, vriendschap met je partner, met je kinderen, en met anderen.
Ik zag die documentaire over Leonard Cohen. Ik ben ook wel verdwaald, denk ik, maar ik heb de kade nooit uit het oog willen verliezen.
Ik denk dat er grenzen nodig zijn, individuen hebben dat nodig.
Als je gaat zeggen, ik weet wat jouw mankementen zijn, dan komt dat vooral voort uit eigen onbehagen.
Bij Lyon, daar was een psychiatrische kliniek. Een utopisch plekje.
Er is vooruitgang geboekt, maar andere vooruitgang dan wij denken.”