Hoe ziet het re-integratiebeleid van het museum eruit?
“Er zijn drie groepen waar ik me namens het museum hard voor maak. Ten eerste hebben we de mensen die weer willen participeren, maar niet met betaald werk als doel. Dit zijn mensen die zijn afgekeurd bijvoorbeeld, maar we hebben ook een grote groep gepensioneerde vrijwilligers.
De tweede groep is de dagbesteding. Dat zijn veelal mensen met een lichte verstandelijke beperking. Deze groep is groeiende, net als de derde groep – de re-integrerende werknemers. Deze mensen zijn uitgevallen vanwege ziekte of ongeval en ook psychische kwetsbaarheid zoals burn-out of manische depressie, hoort daarbij. Zij willen weer terug naar betaald werk. We hebben momenteel tien mensen in deze groep – in de leeftijd van 25 tot 65 jaar.
Ik heb deze functie nu bijna twee jaar en wat me opvalt is dat er steeds vaker bij ons wordt aangeklopt door re-integratiebureaus, gemeente, UWV en andere organisaties. De vraag neemt toe.”
Waarom zet het museum zich in voor deze groep?
“Het Museum van de Geest maakt mentale gezondheid bespreekbaar via kunst en cultuur. Daarin maken we een hele duidelijke vertaalslag naar het personeel. Wij geloven dat iedereen erbij hoort, dat iedereen mag en kan meedoen. Dit is ook terug te vinden in onze verklaring van de open geest, die deel uitmaakt van onze vaste tentoonstelling. Dagelijks worden mensen uitgesloten bij wie de geest anders werkt. Bij ons worden ze bijgesloten, en daar bloeien ze van op. Wij geloven dat werk fundamenteel bijdraagt aan het herstel van mensen. Stukje bij beetje bouwen ze weer op: zelfvertrouwen, werkritme, erkenning. Bij ons doen ze ertoe.
We focussen echt op iemands kracht – wat kan je, waar ben je goed in? Natuurlijk hebben we oog voor iemands kwetsbaarheid: wat vind je lastig, wat heb je nodig, waar moeten we voor oppassen? Ik doe daarom een heel zorgvuldig intakegesprek, waarin ik probeer iemands gebruiksaanwijzing helder te krijgen. Ik laat me niet afleiden als iemand bijvoorbeeld vertelt al drie keer opgenomen te zijn geweest. Ik richt me op zijn of haar talent. Ik zeg altijd: door wat jij kan, draag je bij aan het succes van het museum.
Een belangrijk onderdeel van re-integratie is herkenning. Mensen herkennen kwetsbaarheden bij elkaar, en dat zorgt weer voor érkenning. En erkenning geeft zelfvertrouwen. En op den duur geeft dat mensen vleugels. We doen het echt met elkaar, door elkaar te benaderen met een open geest. Daarbij zeg ik wel expliciet dat we geen hulpverlener zijn. Als mensen wankelen moet ik ze wel kunnen terugverwijzen. Wij bieden natuurlijk begeleiding, maar hebben niet altijd de tools om iemand weer op de rit te krijgen. De jobcoach van een re-integratiebureau of zorginstelling speelt hierin een belangrijke rol.”