Zijn vlinders staan symbool voor vrijheid, ontwikkeling en transformatie. Ze lijken dan ook steeds vrijer en beweeglijker te worden. Omdat zijn vader is overleden en zijn moeder aan bed gebonden is, moet Donghui veel werken. Hij maakt openbare toiletten schoon. Zodra hij de kans krijgt gaat hij de straat op, in de hoop een vlinder te zien. Hij praat over niets anders dan over ‘zijn’ vlinders en vraagt iedereen of ze soms een vlinder hebben gezien die nog in de buurt is, in de hoop er een glimp van op te vangen.