GGZ interview: "De mentale gezondheid van jongeren is een maatschappelijke verantwoordelijkheid"
14 december 2022
Ruim 2,5 jaar na de uitbraak van de pandemie blijkt dat jongeren het diepst zijn geraakt door de coronacrisis. Klachten over angst, depressies, eetstoornissen en suïcidale gedachten zijn explosief gestegen. Museum van de Geest besteedt in haar programma extra aandacht aan de mentale gezondheid van jongeren.
Mariëlle Ploumen, kinder- en jeugdpsychiater, bestuurder Altrecht en voormalig voorzitter van de Raad van Toezicht van Museum van de Geest: “We moeten voorkomen dat jongeren massaal naar de ggz worden verwezen voor mentale problemen die tijdens de pandemie zijn ontstaan. Samen gaan we op zoek naar een bijdrage van de maatschappij om de veerkracht en weerbaarheid van jongeren te vergroten”.
Hoe kijkt u, ruim 2,5 jaar na de uitbraak van de pandemie, naar de mentale gezondheid van jongeren?
“In het begin van de crisis heerste er een sfeer van: ‘Ach, die jongeren missen een keer een feestje. Dat geeft niet, dat komt wel weer’. Maar twee jaar lang sociale contacten, school en feestjes missen, is wel erg! De gevolgen van de coronacrisis voor jongeren zijn gigantisch! Bijna twee jaar lang in meer of mindere mate verstoken zijn van sociale contacten, op een leeftijd dat je juist je vleugels moet uitslaan, heeft enorm veel impact. En niet alleen op jongeren met een psychische kwetsbaarheid. Ook jongeren waar voorafgaand aan de pandemie niets mee aan de hand was, ervaren nu in meer of mindere mate last van mentale gezondheidsproblemen. Ik vrees dat we de toename aan verwijzingen nog niet achter ons hebben”.
Waar bent u zo beducht voor?
“Hoe houden we al die jongeren met mentale problemen, uit de psychiatrie? Het aantal verwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg (ggz) neemt enorm toe, de wachtlijsten worden steeds langer. De mentale gezondheid van jongeren staat onder druk en dat is een maatschappelijk probleem dat we samen moeten oplossen. Dat kan en moet de ggz niet alleen doen”
En toch bent u bang dat jongeren bij de ggz aankloppen?
“Ja. Laat duidelijk zijn: natuurlijk zijn wij er voor jongeren met ernstige mentale ziekten en problemen, denk bijvoorbeeld eetstoornissen, depressie, angst en trauma. Die zijn in aard en omvang enorm toegenomen tijdens de pandemie. Ook zien we een toename van jongeren met dwangstoornissen die heel erg zijn vastgelopen. Voor deze groep bieden wij uiteraard behandeling. Het gaat mij hier om: hoe normaliseren we mentale problemen die bij het leven horen? En hoe gaan we er samen voor zorgen dat niet iedereen een ggz behandeling nodig heeft, maar ook meer steun krijgt vanuit het gezin, school en sociale contacten zodat we samen meer weerbaarheid creëren”.
U wilt jongeren met lichte psychische problemen graag buiten de ggz houden.
“Zeker. We moeten absoluut voorkomen dat jongeren massaal naar de ggz worden verwezen. Begrijp mij goed: het is voor iedereen een hele ingewikkelde periode geweest. Zelf was ik er ook helemaal klaar mee en werd futloos omdat ik sociale contacten miste! Jongeren hebben onnatuurlijk lang – bijna twee jaar – in een bubbel geleefd, vaak op de vierkante meter met alleen ouders of zelfs helemaal alleen; met slechts digitale ontmoetingen en contacten, zonder real live. Op social media worden vooral de leuke, mooie, niet realistische en perfecte plaatjes, chats of filmpjes getoond, waar jongeren heel gevoelig voor zijn en hen meer onzeker, eenzaam of somber kunnen maken. En er is geen check meer met de dagelijkse realiteit die heel anders is. Ondanks dat jongeren vaak wel weten dat het te perfecte beelden, verhalen en filmpjes zijn, hebben ze toch vaak het gevoel dat zij een minder leuk leven hebben, hetgeen mentale problemen geeft. Daarnaast viel een vast dagritme weg; en dat is voor iedereen van belang om mentaal gezond te blijven. Anderzijds kunnen we blij zijn dat er digitale middelen zijn die school en contact tijdens de pandemie toch mogelijk maakte”.
Wat verwacht u van ouders als hun zoon of dochter zich niet zo happy voelt?
“Ga het gesprek aan, durf er open over te zijn en benoem dat die hele coronacrisis een nare periode is geweest! Het is belangrijk om ruimte te geven aan dat gevoel. Tegelijkertijd is het de taak van ouders om hun kinderen weerbaar te maken, hen los te laten zodat ze ervaren dat het leven bestaat uit vallen en opstaan. En dat ook mentale problemen onderdeel zijn van het leven. Het maakbare, beschermende en hoge eisen stellen aan jongeren helpt hierin niet. En te snel naar doorverwijzen naar de hulpverlening helpt ook niet en is bovendien niet nodig. Het is veel beter om weerbaarheid en zelfvertrouwen van jongeren op te bouwen: je bent goed zoals je bent. Jongeren zijn veel veerkrachtiger en creatiever dan wij denken. Vaak is het meer de angst en de eisen van ouders en de maatschappij die maakt dat jongeren sneller naar de hulpverlening worden verwezen dan dat jongeren dit zelf nodig vinden”.
Wat is de rol van Museum van de Geest in deze discussie?
“Het programma over mentale gezondheid ook buiten de museummuren brengen. Nu is de tijd daar rijp voor. Mentale problemen worden steeds meer geaccepteerd en bespreekbaar. En manieren om het daar zonder hulpverlening over te hebben, is ook opgenomen in het programma van het museum. Met kunst en creativiteit kunnen we veel meer een antwoord bieden op mentale problemen dan we ooit gedacht of geweten hebben. Het is mijn grote wens om met deze boodschap grote groepen jongeren (en hun ouders) scholen, sportclubs en social media buiten het museum te bereiken”.
Word Up
Museum van de Geest besteedt in haar programma extra aandacht aan de mentale gezondheid van jongeren. Met Word Up krijgen jongeren door middel van kunsteducatie inzicht in hoe hun hoofd werkt. Samen gaan we op zoek naar woorden, die vertellen hoe je je echt voelt. Word Up vindt zowel op school als in het museum plaats. Datzelfde geldt voor The Young Mind Academy: een combinatie van online lessen over mentale gezondheid op school en een tour door het museum.