1 mei Parade | Willem van Genk
In 1982 schrijft Willem van Genk aan zijn vriend Dick Walda dat zijn reis naar de Sovjet-Unie hem veel goed heeft gedaan. In Moskou maakte hij het prachtige 1 Mei feest mee, de Dag van de Arbeid met de gebruikelijke parade op het Rode Plein. Maar het werk 1 mei Parade (ca. 1965) ontstond al veel eerder, lang voordat kunstenaar Willem van Genk zijn lang gekoesterde reiswens eindelijk in vervulling zag gaan.
Rechts op het werk 1 mei Parade staat het mausoleum waar het geconserveerde lijk van de Russische revolutionair Lenin ligt opgebaard, de eerste leider van de Sovjet-Unie. En voor het mausoleum zitten belangrijke mannen, die het defilƩ van tanks en motorfietsen afnemen.
Tegenover hen ā links op het werk ā staan massaās mensen, afgeschermd door een haag meisjes met rode vlaggen. Hun vlechten heeft Van Genk met dikke zwarte contouren geaccentueerd. Precies het soort vlechten waar hij in het dagelijks leven met zijn schaar bijna niet van af kon blijven.
Heel in de verte, achter de kathedraal, schetst hij de dynamische stad in atmosferisch perspectief. Tegen de muur van het Kremlin ā helemaal rechts ā speelt een orkest, onder leiding van een enthousiaste dirigent in een wit jasje.
Aan de kant van het warenhuis ā links ā staan vertegenwoordigers van steden uit de Sovjetrepublieken en leden van communistische partijen uit de hele wereld. Een rij figuren uit de VS met zwarte hoofdjes ā achter de rij dames ā houdt een enorm spandoek vast.
Aan de voeten van een vrouw uit Kiev staat een kleine radio. Iets meer naar links dartelen een hond en een poes tussen de benen van de toeschouwers. De componist Sjostalkovich steekt met kop en schouders boven de massa uit. Een rokende zwarte man met hoed, bril, paraplu en een bord āNew York Harlemā in de hand, draagt een tot op zijn enkels toegeknoopte regenjas. Van Genk was gek op regenjassen. Hij droeg ze zelf als bescherming tegen de boze buitenwereld.