Haarlem Amsterdam

Alle ogen op de Biënnale van Venetië

5 juli 2022

Hanne Hagenaars spint glanzende draden tussen kunst en leven, waarlangs de liefde, de lach en het verdriet verglijden. Wij vroegen haar daarom verslag te doen van haar bezoek aan de Biënnale van Venetië. Door de ogen van Hagenaars beleef je in dit artikel de Biënnale met een Museum van de Geest bril. Zo bezocht ze niet alleen onze pop-up tentoonstelling Democracy, maar ook Simone Leigh, Marlene Dumas en Adina Pintilie passeren de revue. De Biënnale van Venetië is nog te bezoeken tot en met 27 november 2022.

All eyes on you

Ogen volgen je. Overal door de stad. Niet alleen de ogen van andere bezoekers of de ogen van dat kleine wollige hondje met vlinderoren die over de rand van een tas heen kijkt. Maar vooral de ogen die vanaf de posters van de expositie The Milk of Dreams door de stad heen dansen. Soms iets schuin in beeld geplaatst met bruine irissen en een beetje rood in de ooghoeken, ogen vanuit het klankgat van een gitaar en soms koekeloert er slechts één klein rond oogje.

Eénoogje, Tweeoogje en Drieoogje dolen rond in de oude stad. In het sprookje van Grimm wordt Tweeoogje het leven zuur gemaakt door haar twee zusters, met één oog en met drie ogen, omdat ze eruitziet als alle andere mensen. Een boom, die zijn gouden appels alleen aan Tweeoogje gunt, redt haar uit dit miserabele bestaan en ze vergeeft haar zusters. Sprookjes zijn magische verhalen met een moraal en dit verhaal lijkt een pleidooi om er ‘gewoon’ uit te zien, gelijk aan de ‘anderen’. Een zonderlinge, bedenkelijke moraal.

Hier in Venetië binnen de realiteit van de kunst, pleiten al die ogen voor open scenario’s: met één oog valt ook goed te leven en zonder ogen vertrouw je op je handen en je gehoor en het derde oog ontwaart mogelijk een innerlijke wereld. Zien is een realiteit die meebeweegt met de zintuigen.

Simone Leigh: Brick House

In de eerste ruimte van de Arsenale sta ik tegenover Brick House (2019) van Simone Leigh: een vijf meter hoge imposante, zwarte dame die vreemd genoeg geen ogen heeft. Haar lijf is een immense bijenkorfachtige rok die versierd is met rijen verticale bakstenen en haar twee forse vlechten als kettingen eindigen in een schelp. Op foto’s van huizen van de West-Afrikaanse Batammaliba- en Mousgoum-culturen herken ik de oorsprong van haar rok. En tegelijkertijd moet ik denken aan de koepel van de Pietersbasiliek in Rome. Een andere bron is restaurant Mammy’s Cupboard in Missisippi, een racistisch beeld dat de vorm heeft van een dienstige zwarte vrouw wiens lichaam je binnen gaat om een drankje te bestellen. Zij bedient.

De uitdrukking Brick House wordt gebruikt voor een sterke zwarte vrouw, met even veel kracht en uithoudingsvermogen als een huis van baksteen en deze vrouw die zo hoog boven de bezoeker uittorent lijkt onaantastbaar, ondanks de eeuwen vol uitbuiting die achter haar liggen. Het lijkt alsof ze zich zonder haar ogen wil afschermen van de buitenwereld, voor wat daar te zien of horen is. Misschien kijkt ze naar binnen waar in haar spirit de immateriële krachten van het verleden bewaard zijn gebleven.

Belkis Ayón: El Monte

Lege amandelogen op grafische prints, vol donkere silhouetten en witte geest-achtige verschijningen. Dit is het werk van de Cubaanse Belkis Ayón. Tijdens haar studie vond Ayón het boek El Monte over de geheime Afro-Cubaanse Abakua mannen Society. In hun belangrijkste legende haalt prinses Sikán water uit de rivier en schept, zonder het door te hebben, de magische vis Tanze in haar kalebas, de drager van de goddelijke stem. Tijdens de wandeling terug hoort ze vreemde geluiden, maar beseft niet dat die afkomstig zijn van de stervende vis. De gemeenschap besluit haar te offeren om van haar huid een trommelvel te maken, want misschien heeft het geluid van de stervende vis zijn krachten laten doortrillen. En als dat niet blijkt te werken, zoeken ze steeds de huid van andere dieren om de stem van de heilige vis op te roepen.

Ayón eigent zich het verhaal toe en vermengt het met katholieke symbolen om de treurige alledaagse werkelijkheid van het verarmde Cuba te symboliseren: macht, censuur, onschuld en controle (onrechtvaardigheid). Ondertussen worstelt ze ook met haar eigen demonen. “There are burdens with which you cannot live or drag along,” zegt ze. “Perhaps that is what my work is about that after so many years, I realize the disquiet.” (Bron: NY Times). In 1999 maakt ze een einde aan haar leven.

Ogen van de Geest

De overvloed aan werken is inspirerend en uitputtend. Ik loop en kijk tot mijn benen krakend protesteren en mijn ogen rood in hun kassen branden. Ik ben op een missie, want het Museum van de Geest vroeg me om met hun ogen rond te kijken en als een groepsleider met een rood vlaggetje hun achterban mee te nemen op een papieren tocht.

Het museum heeft een locatie in Haarlem en een Outsider Art locatie in de Hermitage in Amsterdam. ‘Outsider’ wordt als een geuzennaam ingezet en is een verzamelterm voor kunst die buiten het gebruikelijke circuit wordt gemaakt. Waarom zijn er eigenlijk, als vanzelfsprekend, twee circuits? De discussie over een goede naam voor de groep mensen buiten het officiële circuit gaat steeds door.

Lisa Slominski publiceerde het boek Non-conformers: “I propose that a definitive categorical framework, whether ‘Outsider,’ ‘self-taught,’ or something else, may no longer be relevant or beneficial to artists” (Bron: Lisa Slominski, Nonconformers, A New History of Self-Taught Artists, Yale, 2022).

Noor Abuarafeh: Am I the ageless object at the museum?

De film Am I the ageless object at the museum? van de Palestijnse Noor Abuarafeh in de Arsenale geeft een prachtig voorbeeld van het categoriseren in hokjes. Zij filmde in dierentuinen, die ommuurde plekken waar dieren in kooien leven en zo hun natuurlijke macht hebben verloren en leven als goed verzorgde gevangenen.

In meeslepende beelden neemt ze ons mee in overpeinzingen over de ordening van onze wereld, over de willekeur van landen. Een pelikaan kijkt alert om zich heen, terwijl de Arabische voice-over uitlegt dat de huismus oorspronkelijk uit Pakistan komt. Daar noemt men dit dier een vogel, vanzelfsprekend, maar in het westen (the colonizer) werd het diertje aanvankelijk bij de insecten ingedeeld, omdat het net als insecten gewassen zou aanvreten. Iedere indeling maakt fouten, onvermijdelijk, want het gaat uit van een alles of niets principe, het één of het ander, terwijl we inmiddels wel weten dat hokjes fluïde in elkaar over lopen.

De ordeningen en vergelijkingen als basis van de wetenschap, waarmee we de wereld willen begrijpen, hebben ons te veel opgesloten en apart van elkaar gehouden. Hans Looijen, directeur van Het museum van de Geest, praat liever over gelijkenissen dan over de verschillen tussen mensen want “iedereen is een beetje outsider op zijn eigen manier”, “we zijn neuro-divers”.

Looijen is fan van kunstenaar Francis Alÿs die bijvoorbeeld negen uur lang een blok ijs door de straten van Mexico duwt. Dat heeft geen nut, maar wel grote schoonheid. Pure poëzie, noemt Looijen het en “de ultieme uitdaging voor de eindeloze verbeeldingskracht van de geest”. Curator Alemani geeft hem met The Milk of Dreams een expositie om van te smullen, want zij viert de verbeelding van de mens. Van álle soorten mens.

Francis Alÿs: kinderlijke pret

In het paviljoen van België toont Francis Alÿs een selectie van zijn films van spelende kinderen. Een jongen op blote voeten duwt met uiterste krachtinspanning een grote zwarte Dunlop autoband omhoog tegen een berg zwart zand in een troosteloos grijs landschap waar geen boom te bekennen is. Halverwege stopt hij om in de autoband te kruipen en van de berg naar beneden te suizen. Een camera in de band registreert de gelukzalige glimlach op het gezicht van de jongen als hij in die band rolt.

Intens geluk voor een moment. Iedere keer dat ik zijn gezicht zie moet ik hardop lachen, ik kijk de film vele keren achter elkaar, het is even verslavend als het spel voor de jongen. In het voorportaal hangen fijnzinnige kleine schilderijtjes, van oorlogsgebieden als Afghanistan, Syrië, Mosul en Mexico met zijn drugsgeweld. Overal spelen kinderen door de ellende heen en hun creativiteit is groots.

Alÿs is gefascineerd door onbegrijpelijke situaties. En, zo las ik in een interview, gelooft sterk in het idee dat kunst overal, altijd en in principe door iedereen gemaakt kan worden. Ook door een gesjeesde architect, waarmee hij zichzelf bedoeld. Iedereen dus.

Danh Voh: I go for chaos rather than order

De pure poëzie van nietsige materie met een groot effect is ook te vinden in de tentoonstelling van Danh Voh in Fondazione Querini Stampalia in Venetië. Zijn amateurfoto’s van plantjes en bloemen in zijn tuin worden getoond in een raster van lijsten, dat een perfecte balans vormt met de oude bustes en schilderijen in het palazzo.

Het werk komt voort uit het nederige besef van wat we allemaal niet weten: “I thought I was a cultivated, educated person but I don’t know the names of the plants and birds I see every morning outside of my window” (Bron: The Art Newspaper). De namen staan hier bij de kiekjes geschreven.

Nog nietiger zijn de lichtsculpturen (Akaris) van Isamu Noguchi, die Danh Voh overal in het paleis laat branden. Noguchi ontwierp deze lampen en verkocht, volgens Danh Voh, zijn ziel aan het bedrijf Vitra. Want sindsdien zijn ze als lampen te koop. Ze worden met de hand vervaardigd van bamboestokjes en washipapier, dat wordt vervaardigd uit schors van de moerbeiboom. Het is het soort lamp waar we vaak nauwelijks meer naar kijken, omdat het origineel verdrongen is door namaaklampen van wit rijstpapier die bij Ikea of Kwantum te koop zijn.

Maar in dat weldadige paleis, in groepjes neergezet, of hangend in het trappenhuis worden ze personages, sprookjesfiguren die licht komen brengen. “I go for chaos rather than order. I don’t search for meaning, I search for possibilities. Sometimes things don’t necessarily make sense.” zegt Danh Voh. Een lamp of een sculptuur? Wat is gewoon, wat is bijzonder, wat is vreemd, raar, uitzonderlijk? Eén oog, twee ogen, of drie ogen. Een recht lijf of een lijf dat is kromgegroeid. Hoor je erbij als je afwijkt van het gemiddelde?

Elsa von Freytag-Loringhoven

Wie er wel bij hoorde en tegelijkertijd werd nagekeken als ze over straat liep, was barones Elsa von Freytag-Loringhoven. Zij wordt nooit genoemd onder de categorie ‘outsiders’ en je vraagt je af waarom eigenlijk niet. Een vriendin uit de avant-garde kringen beschreef haar: “not as a saint or a madwoman, but as a woman of genius, alone in the world, frantic” (Bron: Irene Gammel, BARONESS ELSA, Gender, Dada, and Everyday Modernity: A Cultural Biography, The MIT Press).

Elsa von Freytag-Loringhoven zag er altijd uit als haar meest kleurrijke zelf, met felle make-up en postzegels op haar wangen geplakt. En misschien een beha van tomatenblikjes of een versiering van levende vogels. Haar manier van leven ondermijnde iedere vaststaande categorie. Haar readymades werden niet zo beroemd als die van Marcel Duchamp, maar uiteindelijk blijkt dat zij de bedenker is van zijn beroemde Fountain.

The Milk of Dreams toont in één van de tijdcapsules werk van een groep uitzonderlijke vrouwen, dansers en kostuummakers die door de geschiedenis behoorlijk zijn weggemoffeld. Maar hier stralen ze in hun schitterende outfits, hun dans en hun kunst. Leven en werk zijn immers één.

Sister Gertrude Morgan

Dat geldt ook voor Sister Gertrude Morgan dat te zien is in het hoofdgebouw. Zij was dichter, priester, schilder en muzikant. Al deze talenten zette ze in om de goddelijke boodschap over te brengen. In een visioen zag zij zichzelf als de toekomstige bruid van Christus en sindsdien droeg ze alleen nog trouwjurken. Op haar charmante, eigenzinnige schilderijen staat ze dan ook altijd in wit, soms wel tien keer op hetzelfde vlak, te midden van teksten, altijd speels en ritmisch.

In 1970 trad ze op naast wereldsterren als Duke Ellington and Mahalia Jackson. Sister Gertrude Morgan: “Just be sure and credit Jesus for what I do. He is the one that deserves all the praise”. Een groot talent, dat dan wel weer het label outsider wordt opgeplakt (Bron: Yale Books).

Josepine Baker

Ook Josepine Baker krijgt een eerbetoon in The Milk of Dreams met een korte film. Hierin danst ze een uitbundige Charleston. Het plezier spat ervan af en haar clowneske schele ogen leveren een ironisch commentaar op haar eigen outfit. Deze vat alle clichés over Afrika samen, te beginnen met haar rokje van bananen. Welkom Josephine, kom erbij. Je bent een held in al die speelse vrijheid!

Melanie Bonajo: When the body says yes

Een hartgrondig en uitnodigend “Ja!”, klinkt ook uit het Nederlands paviljoen. Kleurrijk en optimistisch presenteren Melanie Bonajo en hun team zich in de film When the body says yes. In een oude kerk (Chiesetta della Misericordia), waar tijdens de eucharistie de hostie als symbool voor het lichaam van Christus werd gedeeld, wordt nu de vreugde van het aanraken gevierd. Het is een feestelijk pleidooi om van je lichaam te genieten, om je te bevrijden van aangeleerde taboes en om te onderhandelen en zo aan te geven wat je fijn vindt en wat liever niet.

In de film wordt het lichaam versierd, beschilderd en met olie ingesmeerd. Voeten, tepels, haren, een kussengevecht. Een jonge man deelt zijn boosheid over het feit dat zijn ouders hem lieten besnijden: een gevoelig stukje van zijn lichaam is weggenomen en daar had hij graag zelf over willen beslissen: “They chop up your genitals without your consent”. Een meisje betreurt dat haar vagina zo verborgen zit, waardoor je er niet vanzelfsprekend contact mee kunt maken. Zij zou haar vagina liever op haar hand tegenkomen.

De diverse groep deelnemers glibberen in de film ingesmeerd met olie over elkaar heen, soms met een blinddoek om nog beter te kunnen voelen. Het is een mooie utopie vol aanraakbare lichamen. Samen duwen ze de angst weg die iedereen deelt: de angst om beoordeeld te worden en te licht bevonden. Samen schilderen ze en versieren ze de vagina met bladeren en bloemen als alternatief voor een oordeel. De scenes trekken voorbij als een mooie droom: “a world with more touch would be more peaceful”.

Adina Pintilie: You are another me

De tegenpool van deze utopische film is te vinden in het Roemeense paviljoen You are another me van Adina Pintilie. Zij werkt al jaren samen met dezelfde mensen en onderzoekt samen met hen intimiteit als onmisbaar, maar ingewikkeld aspect van ons menszijn: “Vandaag de dag zijn we zo bang voor de ander. Onze film stelt juist voor die ander op te zoeken”.

En zo deelt de film, getoond op wisselende schermen, de ervaringen van een ouder transgender persoon, een oudere vrouw die angst heeft om aangeraakt te worden en zijn gezelschap zoekt en de haperende intimiteit in een langere relatie van een oudere en een jongere man. Het project onderzoekt de notie van een disability en de behoefte aan intimiteit. Hoe verhouden we ons tot elkaar, als de relatie verandert in tijd, als het lichaam in transitie is of in relatie tot een moeizaam verleden. Wat zijn onze blokkades?

Ik zat met kloppend hart te kijken, omdat ik niet wist waar de grenzen lagen, wat ik te zien zou krijgen, en of ik dat dan wilde zien. Het was fascinerend en ongemakkelijk tegelijkertijd. De film werkt als een dialoog, want ik draag de beelden met me mee en vraag me af waarom ik angst had tijdens het kijken, wat moest ik overwinnen? Het is onmogelijk om zelf buiten schot te blijven: “Freedom is a hell of a quest”, zegt de oudere vrouw die gulzig en zinderend danst met haar naakte lichaam. “My body is a gift”, zegt Christian over zijn gehandicapte lijf. Maar ik zou graag mijn vrouw actiever in mijn armen kunnen nemen. Jij en ik.

Marlene Dumas: Open End

Intimiteit. Kissed: een klein, intiem, poëtisch, bijna abstract schilderij van een kussend stel geschilderd door Marlene Dumas. Een kus die op de affiche voor haar expositie in Palazzo Grassi door de stad zwerft, al moet ik lang kijken voor ik er een kus in herken. Een kus van geliefden, gewild, verlangend, vochtig, verrukkelijk.

De expositie van Dumas is persoonlijker dan ooit, misschien doordat in 2021 zowel haar man Jan Andriesse als haar goede vriend Hafid Bouazza overleden. Het besef van de tijd die als een hamer levens stukslaat, is dringend aanwezig. Ze kijkt naar zichzelf als oudere vrouw en in Drunk neemt ze dezelfde pose aan als haar dochter en alter ego op het schilderij The Painter. “Erger wordt het niet”, zegt ze. “Oud, naakt, dronken en vrouw”. De oordelen van de maatschappij samenvattend.

De tijd wordt opgeheven door portretten van haar man, dochter, broer en kleinzoon uit verschillende tijden bij elkaar te hangen. Die Baba (haar oudere broer als baby) draagt een lieflijk lichtblauw pakje, tegen een witte achtergrond. Maar de felle blik in zijn ogen weerspreekt het babyzoete. Ook haar kleinzoon Eden heeft die boze blik naar grote mensen, alsof hij zich nu al moet verweren.

Iemand noemde haar werk beastly en dat is een treffende omschrijving. De verleidelijke werken kennen altijd die onderlaag die door het mooie heen breekt. Iets dat verontrust, de tegenstrijdigheden. “Je kunt de tentoonstelling lezen als een liefdesverhaal,” zegt Dumas in een interview met de Volkskrant. “Ik ben in mijn werk vaak geïnspireerd door literatuur en films. Daarin worden grote thema’s als liefde, politiek en dood verweven in een verhaal. In de beeldende kunst overheerst toch het clichébeeld van de kunstenaar die alleen maar bezig is zichzelf uit te drukken. Terwijl, kunst gaat voor mij ook over het je kunnen verplaatsen in de ander. Ik weet niet of het me gelukt is, maar ik heb me wel op een gegeven moment voorgenomen dat ik schilderijen wilde maken die gaan over die elementaire menselijke dingen” (Bron: Sarah van Binsbergen, Liefde, dood, politiek en porno: bij beeldend kunstenaar Marlene Dumas vind je het in overvloed, De Volkskrant 7 april 2022).

Nu de serie Underground op de expositie hangt, kun je het een samenwerking noemen tussen Dumas en haar vijfjarige dochter Helena. Ze mocht de prachtige zwartwit aquarellen gebruiken als ondergrond en maakte er vrolijke karakters van met rode stippen en neuzen en oren als bloemen. Of ze krast lekker over een gezicht met kleurpotlood.

Opeens is de ‘stijl’ van Dumas geen norm meer, het mengt zich met plezier en vrolijkheid. Met kindervrijheid. Het unieke van Dumas wordt overgenomen door het unieke van een kind, dat hier opeens een gelijke waardering krijgt. En tegelijkertijd schemert het duistere nog door de kinderlijke laag heen.

Een beeld kan veel verschillende dingen tegelijk uitdrukken en de werken van Dumas leven van die dubbelzinnigheid. De titel Open End verwijst naar al die onzekerheden die bij de dood horen. Een leven dat stopt, de oneindigheid, hoe moet het nu verder. Dumas: “De tijd met hen is nu gestopt. We kunnen niet meer gaan zwerven, laat in de nacht”. Tegelijkertijd laat het woord Open End ruimte voor de toekomst.

Ook in Museum van de Geest | Dolhuys in Haarlem is een tentoonstelling gewijd aan het werk van Marlene Dumas: ‘Maar wie ik ben gaat niemand wat aan’.

Lumturi Blloshmi: From scratch

Dumas is één van de grote kunstenaars van dit moment, je kan er niet omheen in Venetië. Het paviljoen van Albanië was ik daarom aanvankelijk voorbijgelopen, want het lag er een beetje verloren bij. In de ruimte ernaast trokken de kleurrijke transgender mannen en vrouwen die de schilderijen van Gauguin naspelen alle aandacht.

De presentatie van Lumturi Blloshmi, From scratch is een beetje een ratjetoe. Een ouderwets melancholisch portret met een open blik tegen een vlammend rode achtergrond hangt naast een wilde versie maar met een gesloten, argwanende oogopslag. Een serie foto’s van menu Kama Sutra lijken de stukken kip in de koekenpan op kikkers die de liefde bedrijven, niet heel smakelijk maar wel curieus. Vrijheid en humor. De kunstenaar zelf poseert in een jurk van medicijnverpakkingen.

Ik kijk naar de film waarbij de camera het huis van de kunstenaar aftast op het linker scherm en rechts korte teksten verschijnen. Een constante brom verstoort mijn concentratie: is de luidspreker kapot, staat het geluid te hard? Ik vraag het de assistent. Die legt uit dat de filmmaker het geluid laat klinken zoals Blloshmi het ervaren heeft. Op haar vijfde verloor ze namelijk haar gehoor en dit is hoe de wereld voor haar klonk.

Lumturi Blloshmi wilde geen gebarentaal leren, omdat het haar zou afzonderen. Ze wilde kunstenaar worden en zo in de ‘gewone’ wereld haar plek opeisen. Om politieke redenen werd haar praktijk onmogelijk gemaakt (haar vader werd als vijand van het communisme geëxecuteerd toen ze nog maar twee maanden oud was) en pas op haar 44e kreeg ze haar eerste solotentoonstelling. Ik kijk opnieuw naar de twee portretten. De één zo wild en de ander zo aangepast.

De strijd tussen het westen en het communisme heeft in het verleden al zoveel oorlogen veroorzaakt. De koude oorlog was, en nu opnieuw, er één vol brandend onrecht. Wat niemand in het westen meer voor mogelijk hield werd realiteit, Rusland viel Oekraïne binnen en begon een oorlog die onmiskenbaar aanwezig is op de Biënnale. Ik zie bloemetjes in plukken geel en blauw in de plantenbakken. Er is een paviljoen voor de vrijheid. Het Russisch paviljoen is gesloten. Maar wat kan de kunst doen? Hoe kunnen we de oorlog afkeuren en toch ook niet vervallen in polarisaties, hoe maken we vrede?

Miriam Cahn: #METOO

Opeens moest ik denken aan de tekeningen van Miriam Cahn in het hoofdgebouw. Een krachtige vrouwenarm die vanuit links in beeld komt, deelt een forse klap uit aan een man die gewoonweg niet weet wat hem overkomt. #MeToo als een totale verrassing. Met simpel potlood getekend. Boem. De werken van Cahn zijn zoet en rauw, zou ik zeggen. Misleidend. Wat op het eerste gezicht een liefdesscène lijkt, komt neer op een verkrachting waarbij de man de kijker opgewerkt lachend aankijkt, omgeven door diffuus roze en groen. Niet te doen. Cahn zet crisissituaties zoals oorlogen, aanslagen, vluchtelingen maar ook #MeToo om in scherpe van-mens-tot-mens situaties en dat dreunt goed na, ondanks de atmosferische kleuren en sferen.

Diego Marcon: The Parents Room

Even heftig is de korte The Parents Room van Diego Marcon in de Arsenale. Een man zingt hoe hij eerst zijn zoon, zijn dochter, zijn vrouw en tenslotte zichzelf heeft omgebracht. Je twijfelt, zijn het poppen, mensen? Het blijken levende acteurs met een make-upachtig masker. Niet alleen hun wezen is verwarrend, alles is met elkaar in tegenspraak. Het ultieme kwaad, je weet dat het gebeurt, maar hoe verdwaasd moet je als mens zijn om je eigen kind te doden.

Democracy

Als boegbeeld voor de tentoonstelling Democracy van Museum van de Geest poseert de neurodiverse ‘Fran’ in een jumpsuit gemaakt van de Amerikaanse vlag. Geïnspireerd op de visie van Jan Hoek’s Outsiderwear, laat modeontwerper en curator Duran Lantink de talenten van insiders en outsiders samensmelten.

Democracy wil iedereen een stem geven, iedereen erbij betrekken en een kans geven om onderdeel te zijn van het project. Iedere bezoeker mag mee tekenen, om te komen tot één grote samensmelting en aan het eind van de expositie is er alleen nog ruis zichtbaar. Want werkt de democratie nog wel, doet iedereen mee of is vooral het geld aan de macht?

Fran is één van de spelers van toneelgroep LeBelle, de theaterwerkplaats voor mensen met een verstandelijke beperking waar Duran mee samenwerkte. “Maar ik leer meer van hen dan omgekeerd”, zegt hij, “een ander soort creativiteit, veel intuïtiever, zonder schaamte, en vooral veel plezier.”

De expositie is in een kernachtige versie naar naar Palazzo Mora in Venetië gebracht. Ook daar waren alle muren al snel volgetekend. De Democracy tentoonstelling in Museum van de Geest | Outsider Art is in Amsterdam nog tot en met 3 september 2022 te zien.

Samen één

In deze Biënnale komt ieder individu aan bod, mensen uit verschillende culturen komen aan het woord, mensen die genegeerd werden en mensen van kleur worden zichtbaar in de kunst: gender, afkomst, neurodivers, het lijkt of dit keer de etiketten vergeten zijn en je enkel tussen de regels door iets kunt opvangen van de oude labels. De kunst lijkt een werkelijke afspiegeling van de wereld waarin iedereen zich kan herkennen. Waarbinnen de dromen van alle mensen zijn samengebracht.

Met open ogen

Zo vormt de kunst een klein eiland in een steeds verder polariserende wereld, waar bepaalde landen het voor het zeggen hebben, een wereld vol populisme en vol vijandschap. Maar zonder hoop en verbeelding kunnen we niet verder. De kunst laat ons ontdekken hoe we met open ogen naar de wereld kunnen kijken, om aangeleerde normen los te laten en ieder mens op aarde te zien in zijn eigen waardigheid. Om de wereld te kunnen zien met al zijn machtsstructuren en al zijn tegenstrijdigheden. De kunst als een laboratorium, een safe space waar we onze eigen conditioneringen kunnen onderzoeken en we middels de verbeelding mogelijkheden kunnen zien. Waar we kunnen proeven van een wereld waarin iedereen vrij is om zichzelf te zijn, of wie je maar wilt zijn.

Dit artikel werd geschreven door Hanne Hagenaars en verscheen eerder op Mister Mothley.

Cookies
We gebruiken cookies op onze website, lees meer over ons cookie en privacy beleid.