Henri Filaquier is het zevende kind uit een boerengezin. Zijn onderwijzer wijst op zijn ‘abnormale’ gedrag. Later, waarschijnlijk na de dood van zijn ouders, wordt hij opgenomen in een inrichting in Lavaur. Hij begint in 1944 te tekenen op uitnodiging van Gaston Puel, een Franse dichter die nauwe contacten heeft met de surrealisten en die hij bij zijn omzwervingen door de stad heeft leren kennen. De onderwerpen van zijn werken, uitgevoerd in potlood en kleurpotlood, zijn geïnspireerd op het dagelijks leven – een molen, kerkkaarsen, dieren – waarbij de betekenis van elk onderwerp er direct in de tekening bij is geschreven.
Dichter Gaston Puel wees Dubuffet op het werk van Henri Filaquier. Hij beschrijft hem in zijn brieven als volgt: “Gehuld in doek, met een kepi (pet) op, glinsterend met medailles (…), verlaat hij zijn huis om 8 uur ’s ochtends. (…) Zodra er iemand op de drempel verschijnt, schreeuwt hij hun naam uit en begroet hij ze joviaal. Zonder na te laten om zijn aanstaande huwelijk, de bruidsschat van zijn bruid en de daden tijdens zijn huwelijksnacht aan te kondigen. Hij kent de namen van alle zesduizend inwoners van zijn stad.” Zijn werk wordt door Gaston Puel in 1948 geschonken aan Jean Dubuffet.