Gaston Chaissac is niet echt een studiebol en gaat al heel vroeg van school, waarna hij uiteenlopende baantjes heeft en ten slotte schoenmaker wordt, het vak van zijn vader. Rond 1936 begint hij kunst te maken en in 1942 trouwt hij, waarna hij nooit meer stopt met schilderen, beeldhouwen en gedichten schrijven. Zijn werk wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan materiaal, waaronder kiezelsteentjes, boomstammen, houten planken en papier, waarop hij met vrije en spontane gebaren schildert. Gaston correspondeert uitgebreid met onder andere Jean Dubuffet en André Breton.
Jean Dubuffet ontdekt de werken van Gaston Chaissac na een tip van Jean Paulhan in 1944 in de Salon des indépendants du musée d’Art Moderne. Aangemoedigd door Jean Paulhan begint Gaston Chaissac te corresponderen met Jean Dubuffet. De twee blijven in contact tot de dood van Gaston.