Pauline Simon (ca. 1894-1976) werd geboren in Minsk, Rusland (toen Polen) en groeide op, op een landgoed waar haar vader werkte. Ze verliet het huis om naar een middelbare school in Warschau te gaan en emigreerde rond 1911-1912 in haar eentje naar de Verenigde Staten.
In Chicago werkte Simon als kapper voor het theater, later leidde ze de tandartspraktijk van haar man. Haar man was een toegewijd lid van het Art Institute of Chicago en Pauline keek graag naar de tentoonstellingscatalogi van het museum.
Nadat ze op 70-jarige leeftijd met pensioen ging, schreef ze zich in voor een schilderles aan het Art Institute. Toen ze werd gevraagd of ze het leuk vond om naar andere artiesten te kijken, antwoordde ze: ‘Ik vind geen enkele andere kunstenaar leuk.’ Later ging ze van het werk van Gustav Klimt houden en merkte op dat zijn schilderijen net muziek waren. Simon volgde daarna lessen dichter bij huis, in het Hyde Park Art Center, waar ze haar meest invloedrijke leraar, kunstenaar en curator Don Baum ontmoette.
Na enkele maanden stopte ze met het volgen van lessen, maar bleef ze studeren bij Baum, die haar appartement bezocht om haar werk te zien. Samen spraken ze meer over haar ideeën dan over techniek. Simon maakte intrigerende portretten van vrouwen, portretten die verwijzen naar de geschiedenis van het geschilderde portret. Met het oog op Simons toewijding en hoe ze constant aan haar schilderijen dacht, zei Baum: ‘Pauline bewaart het schilderij waar ze aan werkt in haar kamer, het is het eerste dat ze ziet wanneer ze ’s ochtends wakker wordt.’ Ondanks verminderd zicht bleef Simon schilderen tot aan haar dood in 1976.
Lees de catalogus ‘Chicago Calling: Art Against the Flow’ online via ISSUU.
