Voortaan gebruiken wij de term ‘Regenboogcommunity’ voor de aanduiding van seksuele- en genderdiversiteit. Hiermee willen we meer aandacht geven aan inclusiviteit. Deze ambitie wordt zichtbaar in de inrichting, programmering en het taalgebruik in het vernieuwde museum.
We hebben ons laten inspireren door Hans Verhoeven, al jaren pleitbezorger van de term Regenboogcommunity en organisator van de Pridewalk Amsterdam. Volgens Verhoeven dekt dit meer de lading dan ‘LHBTIQ+’, een term die ook veel wordt gebruikt voor de aanduiding van seksuele- en genderdiversiteit. Verhoeven: “De community is veel diverser dan de identiteiten die achter deze 6 letters schuilgaan. Zo kent de community ook mensen die zich bijvoorbeeld identificeren als non-binair, als je je niet identificeert als man of vrouw, en nog zo’n 40 andere identiteiten, samengevat onder het plusje van de afkorting LHBTIQ+. Het wordt tijd voor een andere benaming van deze diverse groep. De Regenboogcommunity is een mooie naam die onze hele gemeenschap vertegenwoordigt.” Verhoeven ontving vorig jaar van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema de Frans Banninck Cocq penning voor meer dan veertig jaar inzet voor de Regenboogcommunity in binnen- en buitenland.
Diversiteitsspecialist Roy Sjoers van Museum van de Geest is blij met de nieuwe term. “In het nieuwe museum draait alles om het wonder en de veelzijdigheid van de geest. We staan open voor iedereen. Dat kan alleen als je een taal gebruikt waar iedereen zich door aangesproken voelt.” Behalve de nieuwe benaming voor seksuele en genderdiversiteit zijn alle teksten in het museum ‘Easy Read’ gemaakt, dat betekent dat er taalniveau B1 wordt gebruikt, wat staat voor eenvoudig Nederlands. Verder zijn alle verhalen zowel visueel als per audio beschikbaar. Ook is het hele museum rolstoel toegankelijk en bieden we re-integratieplaatsen aan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.