Museum Het Dolhuys presenteert ‘Teer’, een tentoonstelling over angst van grafisch ontwerper en illustrator Kees Peerdeman (24). In een ruim twintig meter brede muurschildering toont de kunstenaar beelden die zijn gebaseerd op gevoelens van angst, isolatie en vervreemding. Vorig jaar studeerde hij cum laude af aan de Design Academy in Eindhoven. De tentoonstelling is te zien van 18 februari tot en met 17 april. Een interview met Kees Peerdeman, een kunstenaar met een angststoornis. ,,Ik ben een vrolijke jongen, alleen een beetje angstig.’’
Wanneer had jij voor het eerst last van angststoornissen?
,,Ik was dertien jaar. Ik was voortdurend bang om dood te gaan. Op de een of andere manier raakte ik geobsedeerd door de vergankelijkheid van het leven en daarmee ook mijn lichaam. Ik was bang dat ik een hartaanval zou krijgen. Het werd allemaal zo groot in mijn hoofd dat ik ook daadwerkelijk allerlei lichamelijke klachten kreeg. Ik had last van hartkloppingen, spierpijn, trillende handen, haaruitval, gewichtsverlies en ga zo maar door.’’
Waarom sprak je er met niemand over?
,,Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen. Ook niet tegen mijn ouders, terwijl ik een hele goede relatie met hen heb. Ik was zo verward in mijn hoofd dat ik niet goed onder woorden kon brengen waar ik last van had. Ik probeerde mijn angsten zo veel mogelijk verborgen te houden. Door vrolijk te zijn. Dat past precies bij de West-Friese cultuur: niet zeuren, doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.’’
Hoe lang heb je dat vol gehouden?
,,Op mijn zestiende ging het mis. Tijdens de gymles kreeg ik een enorme paniekaanval. Mijn moeder werd gewaarschuwd en nam mij mee naar de huisarts. Daar bleek dat er lichamelijk niets met mij aan de hand was, het zat allemaal tussen mijn oren. Mijn ouders schrokken, maar reageerden wel heel goed; op een nuchtere, praktische manier: hoe kunnen we je helpen? Aanvankelijk stuurde ze mij naar een psycholoog, maar dat hielp weinig. Daar ben ik te eigenwijs voor. Door openlijk over mijn angsten te praten, gaat het al veel beter me. Ik begrijp meer van mezelf.’’
Is kunst voor jouw een uitlaatklep?
,,Absoluut! Als ik teken en creatief bezig ben, denk ik echt nergens aan, dan heb ik helemaal geen last van angsten! Kunst heeft voor mij een meditatieve functie. Dat was ook zo fijn in de gesprekken met mijn ouders. ‘Doe alsjeblieft waar je gelukkig van wordt’, zeiden zij. Ik ben toen op het vwo overgestapt naar het profiel cultuur en maatschappij. Een richting die ik eerst niet durfde te kiezen: daar kan ik toch geen geld mee verdienen? Ook weer zo’n ongeschreven West-Friese wet waar ik mij aan hield.’’
In de tentoonstelling gebruik je zwart als basiskleur. Heb je ook last van depressies?
,,Nee, helemaal niet! Ik hou van het leven! Ik ben een vrolijke jongen, alleen een beetje angstig. Met zwart symboliseer ik een muur die mensen optrekken om hun eigen emoties te verbergen. Dat heb ik zelf ook gedaan. Maar wie langer naar deze muurschildering kijkt, ziet dat achter angst ook andere emoties schuil gaan, zoals bijvoorbeeld geluk.’’
Is er een relatie tussen jouw angsten en de West-Friese cultuur?
,,Ik denk het wel. Doordat ik in deze streek ben opgegroeid, ben ik minder snel gaan praten over mijn angsten. Het landschap is hier letterlijk heel plat: je moet niet boven het maaiveld uitsteken. Er heerst een angst om op te vallen, om anders te zijn. Maar nu ik mij kwetsbaar opstel, heb ik soms zeer bijzondere gesprekken met mensen waarin ze vertellen waar zij mee worstelen.’’